Jean Ferrat

Jean Ferrat

PETIT
Paroles: Guy Thomas


Petit mon dangereux pirate
Les pieds nus dans le caniveau
Mon matelot qui carapate
Après tes voiliers tes vaissaux
Mon amateur de confitures
Je pourrais ronchonner bientôt
Réglementer tes aventures
Mettre du lest à tes bateaux

Petit mon voyou mon apache
Mon amoureux du fil de l'eau
Je pourrais friser ma moustache
Et t'inviter dans mon bureau

Petit qui sur les bancs de l'école
A toujours l'air d'un étranger
Qui comprends pas le protocole
La bête noire du surgé
Le blâmé du conseil de classe
Celui qui saura pas nager
Dans la société des rapaces
Et des gangsters autorisés

Petit mon malheureux potache
Mon amoureux du fil de l'eau
Je pourrais friser ma moustache
Et te reprocher tes zéros

Petit mon dangereux gauchiste
Mon enragé mon anarcho
Qui me trouve trop légaliste
Et pour tout dire un peu coco
Qui trouve nos combats fadasses
Qui voudrait détruire illico
Les injustices dégueulasses
En embauchant le sirocco

Petit mon voyou mon apache
Mon amoureux du fil de l'eau
Je pourrais friser ma moustache
Je pourrais freiner ton galop

Oui mais quand je pense à tes Socrate
A tes cornacs à tes mentors
Y'a de quoi me couper les pattes
Y'a pas de quoi jouer les cadors
C'est vrai qu'elle a triste figure
Cette planète où nous vivons
Ça pue la haine et la torture
La guerre et la bombe à neutrons

Ah vivre un monde un peu moins vache
Un peu plus libre un peu plus beau
Petit mon voyou mon apache
Mon amoureux du fil de l'eau

KLEINTJE

Tekst: Guy Thomas

 

 

Kleintje, mijn gevaarlijke piraat

met je blote voeten in het gootje,

mijn matroos die hem smeert

naar je zeilboten, naar je schepen

Mijn liefhebber van confituren,

Ik zou straks op je kunnen mopperen

je avonturen aan banden leggen

beslag leggen op je schepen

 

Kleine, mijn schoffie, mijn boefje

mijn liefhebster van stromend water

Ik zou een krul in mijn snor moeten leggen

en je ontbieden in mijn kantoor

 

Kleine die op de schoolbanken

altijd het air heeft van een buitenstaander

Die niet het protocol begrijpt

het zwarte schaap van de kakkers

de gekapittelde van de klassenleraar

Die niet weet te zwemmen

in de maatschappij van aasgieren

en van gangsters uit de kringen van het gezag

 

Kleine, mijn ongelukkige brugklasser

mijn liefhebster van stromend water

Ik zou een krul in mijn snor moeten leggen

en je standjes uitdelen om je niemendalletjes

 

Kleine, mijn gevaarlijke linkse

mijn dolleman, mijn anarchiste

Die mij maar veel te wetaanbiddend vind

om niet te zeggen een beetje het heertje

Die onze discussies maar apenflauw vindt

die op stel en sprong zou willen verschroeien

de misselijk makende onrechtvaardigheden

met behulp van de sirocco

 

Kleine, mijn schoffie, mijn boefje

mijn liefhebster van stromend water

Ik zou een krul in mijn snor moeten leggen

Ik zou je moeten afremmen in je gedraaf

 

Ja, maar wanneer ik denk aan je wijze mannen

Aan je begeleiders, aan je mentoren,

is er iets dat me daarvan weerhoudt

en is er niets om de betweter uit te hangen

Het is waar dat ze er maar droef uitziet

deze planeet waarop wij leven

Die stinkt naar haat en naar foltering

Naar oorlog en neutronenbom

 

Ach te leven in een wat minder valse wereld

Een beetje vrijer, een beetje mooier

Kleine, mijn schoffie, mijn boefje

Mijn liefhebster van stromend water