Jean Ferrat |
Jean Ferrat DE DICHTERS Fragment uit het
gedicht van Aragon "Proloog" Ik
weet niet wat me bezielt En
me dwingt om met luide stem te verkondigen Niet
om het medelijden noch omwille van hulp Noch
zoals men zijn fouten bekent Dat
wat me vervult en wat me kwelt Hij
die zingt pijnigt zich Wat
een weeklachten in mij welk beest Dood
ik of welk schepsel In
naam van het goede in naam van het kwaad Alleen
zij weten het die zwijgen Machado rust in Collioure Slechts
drie passen verwijderd van Spanje Waar
de hemel voor hem drukkend werd Hij
nestelde zich in deze streek En
sloot de ogen voor altijd Boven
de wateren en boven de vlakten Boven
de toppen van de heuvels stijgt
luidkeels een koraalgezang Is
het naar de ster Hölderlin Is
het naar de ster Verlaine Marlowe je had de taveerne
nodig Niet
voor Faust maar om er te sterven Tussen
de moordenaars die je omringen Met
hun dolken en hun gelach In
het schijnsel van een lantaarn Sterren
stof van vlammen Dat
in augustus op de grond valt Heel
de hemel kondigt vannacht af De
slachting van de nachtegalen Maar
wat weet het heelal van dit drama Het
lijden baart dromen Zoals
een korf zijn bijen De
mens schreeuwt waar zijn mes hem steekt En
zijn wond verwekt een zon Mooier
dan de oude leugens Ik
weet niet wat me bezielt En
me dwingt om met luide stem te verkondigen Niet
om het medelijden noch omwille van hulp Noch
zoals men zijn fouten bekent Dat
wat me vervult en wat me kwelt |