LES CERISIERS

DE KERSENBOMEN

Paroles: Guy Thomas

 

Musique: Jean Ferrat

 

 

 

 

 

J'ai souvent pensé c'est loin la vieillesse

Ik heb vaak gedacht: de ouderdom is ver weg

Mais tout doucement la vieillesse vient

Maar zo heel zoetjesaan komt de ouderdom toch

Petit à petit par délicatesse

Beetje bij beetje, heel delicaat

Pour ne pas froisser le vieux musicien

Om de oude muzikant geen pijn te doen

 

 

Si je suis trompé par sa politesse

Al word ik soms misleid door zijn wellevendheid

Si je crois parfois qu'elle est encore loin

Al geloof ik soms: hij is nog ver weg

Je voudrais surtout qu'avant m'apparaisse

Ik zou niets liever willen dat vóór het zover is

Ce dont je rêvais quand j'étais gamin

geschiede waar ik van droomde toen ik 17 was

 

 

Ah qu'il vienne au moins le temps des cerises

Ah dat de kersentijd toch nog moge komen

Avant de claquer sur mon tambourin

Voordat ik met stille trom vertrek

Avant que j'aie dû boucler mes valises

Voordat ik mijn koffers heb moeten sluiten

Et qu'on m'ait poussé dans le dernier train

en men mij in de laatste trein duwt

 

 

Bien sûr on dira que c'est des sottises

O men zal beslist zeggen dat het maar dwaas is

Que mon utopie n'est plus de saison

Dat mijn utopie heeft afgedaan

Que d'autre ont chanté le temps des cerises

Dat anderen de kersentijd bezongen hebben

Mais qu'ils ont depuis changé d'opinion

Maar dat zij daarna van mening veranderd zijn

 

 

Moi si j'ai connu des années funestes

Ik, al heb ik dan treurige jaren gekend

Et mes cerisiers des printemps pourris

En mijn kersenbomen lentes van verrotting

Je n'ai pas voulu retourner ma veste

Ik heb daar niet opeens anders over willen denken

Ni me résigner comme un homme aigri

Noch erin willen berusten als een verbitterd mens

 

 

Ah qu'il vienne au moins le temps des cerises

Ah dat de kersentijd toch nog moge komen

Avant de claquer sur mon tambourin

Voordat ik met stille trom vertrek

Avant que j'aie dû boucler mes valises

Voordat ik mijn koffers heb moeten sluiten

Et qu'on m'ait poussé dans le dernier train

en men mij in de laatste trein duwt

 

 

Tant que je pourrai traîner mes galoches

Zolang ik nog voort kan sjokken op mijn sloffen

Je fredonnerai cette chanson-là

Zal ik voor me uit neuriën dat liedje

Que j'aimais déjà quand j'étais gavroche

Waar ik al van hield toen ik een schoffie was,

Quand je traversais le temps des lilas

nog in de bloei van mijn jaren

 

 

Que d'autres que moi chantent pour des prunes

Laat anderen de pruimen maar bezingen, niet ik

Moi je resterai fidèle à l'esprit

Ík zal trouw blijven aan mijn idealen

Qu'on a vu paraître avec la Commune

Blijven koesteren de hoop

Et qui souffle encore au coeur de Paris

op een waar geworden droom1

 

 

Ah qu'il vienne au moins le temps des cerises

Ah dat de kersentijd toch nog moge komen

Avant de claquer sur mon tambourin

Voordat ik met stille trom vertrek

Avant que j'aie dû boucler mes valises

Voordat ik mijn koffers heb moeten sluiten

Et qu'on m'ait poussé dans le dernier train

en men mij in de laatste trein duwt

 

 

 

 

 

 

 

1) De dichter blijkt er een politieke droom op na te houden

 

(namelijk de Commune van Parijs van 1871).

 

Daarom heb ik hier nogal vrij vertaald.